Het is fijn als het leren soepel verloopt. Een e-learning met lekker korte stukjes informatie en een paar vragen lijkt ideaal. Toch is er iets anders ook heel belangrijk. Als het leren té makkelijk voelt blijft er vaak minder hangen. Dat klinkt misschien tegenstrijdig, maar het komt voor uit twee belangrijke principes: desirable difficulties en optimale uitdaging. In deze blog gaan we dieper in op beide principes.
Desirable difficulties
De term desirable difficulties verwijst naar bewust ingebouwde moeilijkheden die het leerproces moeilijker maken maar op de lange termijn betere leerresultaten opleveren. Je kunt er dus voor kiezen om je e-learning nét iets moeilijker te maken zodat de informatie later ook daadwerkelijk wordt onthouden.
Het is daarbij niet de bedoeling dat dit alleen maar frustrerend werkt. Het gaat om de ‘perfecte’ moeilijkheidsgraad: de leerling moet net iets harder nadenken, actief informatie ophalen of kennis toepassen in nieuwe situaties.
Voorbeelden hiervan zijn het verspreiden van leerstof over meerdere momenten (spacing), opdrachten in een nieuwe context plaatsen of verschillende onderwerpen door elkaar gebruiken (interleaving).
Optimale uitdaging
Naast de cognitieve uitdaging die er ontstaat bij desirable difficulties, is het ook belangrijk dat leerlingen gemotiveerd blijven. Er moet een balans worden gevonden tussen genoeg uitdaging om verveling te voorkomen en niet zoveel uitdaging dat er frustratie ontstaat.
Als deze balans is gevonden ontstaat er motivatie en groei. Leren werkt het beste wanneer de taak niet te makkelijk en niet te moeilijk is.
Zo zorgt de combinatie van desirable difficulties en de optimale uitdaging voor een e-learning waar leerlingen bij betrokken blijven en de kennis op de lange termijn zullen onthouden.

Hoe zetten we dit in een e-learning?
Om deze desirable difficulties te verwerken in je e-learning kun je bijvoorbeeld kiezen voor verschillende scenario’s waarbij de leerling zelf moet nadenken welke keuze passend is. De leerling fouten laten maken, en verschillende opdrachten door elkaar aanbieden, helpt ook om het leerproces actiever te maken.
Om daarbij de optimale uitdaging te creëren kun je bijvoorbeeld beginnen met veel ondersteuning om deze vervolgens gedurende de e-learning steeds meer af te bouwen. Daarnaast kan je de e-learning opbouwen in moeilijkheidsgraad, het liefst met een duidelijke voortgangsbalk zodat leerlingen hun ontwikkeling kunnen volgen.
Conclusie: leren mag best een beetje schuren
Een e-learning hoeft dus niet altijd frictieloos te zijn. Wanneer het leren een beetje ongemakkelijk voelt omdat je hersenen écht actief bezig zijn, blijft de kennis juist beter hangen. De uitdaging zit in het ontwikkelen van een e-learning met voldoende moeilijkheid en voldoende ondersteuning.
Wil jij een e-learning die een beetje schuurt? Bij AHA leermiddelenbouwers hebben we al ruim achttien jaar ervaring met het ontwikkelen van succesvolle e-learning modules. Wij zetten graag een uitdagende én ondersteunende e-learning voor je in elkaar. Neem gerust contact met ons op. We denken graag met je mee.



Geef een reactie